Drie dingen die je nodig hebt om loyaliteit te doorbreken

Loyaliteit naar ouders houdt mensen op hun plek. Doordat jouw cliënt haar ouders niet wil afvallen, kan ze niet zien wat ze als kind van haar ouders niet kreeg, terwijl ze het wel nodig had.

Het kunnen doorbreken van die loyaliteit is dan ook één van de belangrijkste vaardigheden die een begeleider van groeiprocessen nodig heeft.

Je cliënt kan immers niet naar zichzelf kijken of haar eigen behoeften en verlangens onderzoeken zo lang ze haar ouders de hand boven het hoofd blijft houden.
Loyaliteit herken je doordat je cliënt verklaringen zoekt voor het gedrag van ouders en dingen zegt als
– ze hebben zo hun best gedaan
– zij hebben het ook zwaar gehad
– toen was het heel gewoon om niet over gevoel te praten.

Zo lang je cliënt dat soort dingen zegt, zal iedere verandering in haar leven oppervlakkig zijn. Ze zal doorgaan met haar overleefgedrag, dat is ontwikkeld om er mee om te gaan met dat ze niet kreeg wat ze nodig had van haar ouders.

Om loyaliteit bij je cliënt te kunnen doorbreken heb je drie dingen nodig:

1. Respect voor de ouders
Wat je kunt uiten door te bevestigen dat zij inderdaad hun best hebben gedaan en/of enorm veel goed hebben gedaan en jouw cliënt veel hebben gegeven, om te beginnen haar leven.

2. Een vangnet IN de cliënt kunnen scheppen
Het heeft geen zin om iemand te confronteren met haar oude gemis en pijn zonder haar de tools te geven om het gemis te dragen. Daarom werk ik in de Beeldkracht® methode altijd met ‘innerlijke ouders’ die precies aan het kind geven wat het vroeger gemist heeft. Zo ervaart de cliënt dat zij aan zichzelf kan geven wat zij  als kind niet kreeg aan veiligheid, liefde, geborgenheid en steun. Door naar het plaatje te kijken activeert ze het vermogen om zichzelf te dragen.

3. Het vermogen om aanwezig te zijn bij pijn
Als je de beerput van het gemis bij je cliënt open trekt, is het van belang dat jij als begeleider blijft staan. Dat je niet meteen de pijn wilt wegnemen. Dat je rustig kunt blijven, ook al resoneer je mee met het gemis. Dat je de pijn van je cliënt de ruimte geeft. Daarmee geef jij jouw cliënt het vertrouwen dat zij er zelf mee om kan gaan.